De stoomdrum wordt ook wel stoomhouder genoemd.
Men komt de stoomdrum tegen bij circulatieketels, zowel bij natuurlijke als gedwongen circulatie ketels.
De stoomdrum is een cilindrisch vat dat boven het hoogste punt van de verdamper is geplaatst.
De stoomdrum wordt zo hoog mogelijk geplaatst om een zo groot mogelijke val lengte te verkrijgen en zo een optimale circulatie.
Stoomdrum vanuit het mangat gezien
De stoomdrum heeft de volgende functies:
- Het separeren van waterdruppeltjes uit de stoom die naar de oververhitters wordt afgevoerd;
- Het zoveel mogelijk ontdoen van stoombellen in het water dat via de valpijpen de drum verlaat;
- Het zo goed mogelijk mengen van voedingwater en ketelwater;
- Het dienen als buffervat bij sterke belastingvariaties, drukvariaties en andere veranderingen in het systeem.
Wanneer tijdens het opkoken een drukdaling ontstaat, zal er een toename van stoom in de verdamperpijpen ontstaan.
Het waterniveau in de stoomdrum zal dan stijgen omdat er een gedeelte van het water uit de verdamperpijpen naar de stoomhouder zal worden gedreven.
Het opvangen van deze niveau veranderingen wordt bepaald door de grootte van de stoomdrum, en wordt dus feitelijk op de ontwerptafel bepaald.
Uiteraard zal het waterpeil in de drum worden gemeten.
Bij "carry over" is er sprake van waterdruppels in de verzadigde stoom die naar de oververhitter worden afgevoerd.
Omdat dit niet wenselijk is, moeten deze druppels worden gescheiden. Daarom is de stoomdrum uitgerust met zogenaamde stoomzeven.
Het plaatje hierboven laat de cyclonen van een stoomdrum zien.
Omdat het water-stoommengsel dat uit de verdamperpijpen komt, niet voldoende wordt afgescheiden worden deze cyclonen toegepast.
Deze cyclonen zorgen ervoor dat er zo weinig mogelijk dampbellen met het water mee in de valpijpen mee naar beneden worden getrokken. Dit wordt "carry under" genoemd.